Home
Over ons
Spaanse liedjes
Lesmateriaal
Vacatures
Online les
Spaans in Spanje
Blog
Webshop
Nieuws
Contact
Hoofdstuk 8 - Oefening 1
Vertaaloefening Nederlands - Spaans
Typ de spaanse vertaling in het witte vlak onder de Spaanse zinnen.
Check daarna of je het juist hebt vertaald.
Hulpmiddelen:
á
é
ó
ú
ñ
¿
¡
1. Dalen
o
....................
Bajar
< check
o
2. Stijgen
o
....................
Subir
< check
o
3. Hij heeft gekocht
o
....................
(Él) ha comprado
< check
o
4. Wij hebben gegeten
o
....................
Hemos comido
< check
o
5. Zij hebben gewoond
o
....................
Han vivido
< check
o
6. Ik ben verdwaald
o
....................
Estoy perdido
< check
o
7. De trein komt om acht uur
o
....................
El tren llega/viene a las ocho (en punto)
< check
o
8. Ik ga naar huis
o
....................
Voy a casa
< check
o
9. Haar tas
o
....................
Su bolso
< check
o
10. Hun koffers
o
....................
Sus maletas
< check
o
11. Ik heb geen geld
o
....................
No tengo dinero
< check
o
12. Kan ik met pinpas betalen?
o
....................
¿Puedo pagar con tarjeta?
< check
o
13. Er zijn geen handdoeken
o
....................
No hay toallas
< check
o
14. Mijn kleren zijn in de koffer
o
....................
Mi ropa está en la maleta
< check
o
15. Waar is mijn rijbewijs?
o
....................
¿Dónde está mi permiso (licencia) de conducir?
< check
o
16. Ik heb geen tandenborstel
o
....................
No tengo (un) cepillo de dientes
< check
o
17. Heb je een zonnebril?
o
....................
¿Tienes gafas de sol?
< check
o
18. Ik moet ...
o
....................
Tengo que ...
< check
o
19. De koffers staan op de band
o
....................
Las maletas están en la cinta
< check
o
20. Wil je mijn getuige zijn?
o
....................
¿Quieres ser mi testigo?
< check
o
21. Wat is jouw adres?
o
....................
¿Cuál es tu dirección?
< check
o
22. Mijn auto heeft schade
o
....................
Mi coche tiene daños
< check
o
23. Zijn er kamers vrij?
o
....................
¿Hay/tiene habitaciones libres?
< check
o
24. Kan ik een auto huren?
o
....................
¿Puedo alquilar un coche/carro?
< check
o
< Vorige oefening
Index
Volgende oefening >