o
El tren proveniente de Madrid
De trein uit Madrid
De trein naar Madrid
De trein in Madrid
De trein tot Madrid
o
|
de datum
de klok
de tijd
de wekker
|
Hoeveel jaar ben je?
Hoeveel jaar woon je hier?
Hoe ben je hier?
Hoeveel kost het?
o
|
Busco una habitación
Ik huur een kamer
Ik wil een kamer
Ik zoek een kamer
Ik heb een kamer nodig |
Necesito dinero
Ik heb handdoeken nodig
Ik heb (bank)pasjes nodig
Ik heb geld nodig
Ik heb koffers nodig
o
|
Vivo en una finca
Ik huur een boerderij
Ik woon op een boerderij
Ik zoek een boerderij
Ik wil een boerderij |
¿Qué hora es?
Hoe laat is het?
Hoe gaat het?
Welke datum is het?
Welke dag is het?
o
|
La semana
De week
De maand
Het jaar
Het uur |
¿Con quién va a Cuba?
Hoe gaat u naar Cuba?
Met wie ga je naar Cuba?
Met wie gaat u naar Cuba?
Hoe ga je naar Cuba?
|
veintisiete
zevenentwintig
negenentwintig
zesentwintig
vierentwintig |